Op donderdag liepen studenten door de stad om
een stuk van de nacht te proeven.
Het was feest die avond, want u kijkt naar mij
en er is vuurwerk in de straten. Die blik zegt veel
en zo begint het.
Een knipoog, een lach, een zoen,
wat volgde was de logische opeenvolging van
twee amoureuze harten die elkaar het hof maakten.
Al struinend door de straten kwam al gauw een
"'k zien a gère" uit de monden die samen een geheel vormden.
Wij stonden in vuur en vlam en passie werd onze laatste naam.
Een geheel waren wij samen, een deel van een stad.
Rechteroever was van ons en linkeroever een plaats om
naar uit te zien vanaf de kade en het vlot.
We beloofden elkaar eeuwigheid en toen kwam de miserie.
Je verloor een thuis, een plaats waar je verleden maar niet je toekomst ligt.
In de haven lonkten de schepen naar je. Vijf jaar had je ons en deze
stad gegeven. Het was tijd om te gaan.
Je wou hier weg, je verliet onze stad.
Daar stonden we dan, onvoorwaardelijk verbonden
door een stad, door een vlam, door een bonzend hart.
Op rechteroever verliet de liefde de stad
en wij werden vergeten.
Ik heb dit echt een paar jaar terug al eens gelezen van u!
BeantwoordenVerwijderenJe hebt gelijk hoe gek gelijkend het eigenlijk gelopen is..
Bizar he?
BeantwoordenVerwijderenVoorspellingsgave die ik kan benutten, want als ik nu eens een positief verhaal verzin, dan loopt het misschien ook wat hetzelfde... ;)