zaterdag 23 februari 2013

Vreemd aan welke wereld


in de stilte
sluipen vragen
als koude in de tram
onzichtbaar met
het lichaam mee

bevroren kan ik
geen kant meer uit
als huiver mijn
ruggengraat streelt

ongelovig 
als een Thomas
op zoek naar
de adder 
in het gras

sluit slot stilaan de deur
dit grenzeloze geluk
is voor mij
een wereld te vreemd